Home
Mijn Verhaal
Verliezen
Verliezen 2006-2018
Slechte vluchten
Invloed inversie
Divisiespel
Duivenweer
Verantwoording
Fotoalbum



 De kern van mijn verhaal. 

 

In 2006 heeft een uitgebreide brief van mij in het toen nog bestaande NPO-orgaan gestaan met als titel: Dramatische verliezen. Ik zou de NPO en de afdelingen kunnen verwijten dat ze niets gedaan hebben met de voorstellen die ik toen gedaan heb, maar Ik heb er geen enkele behoefte aan om wie dan ook iets kwalijk te nemen. Verwijten lossen niets op. Feit is wel, dat als men na 2006 gedaan had wat ik voorgesteld heb: een Commissie Vluchtverloop instellen met als taak: nauwkeurig informatie verzamelen over het verloop der vluchten, dan hadden we nu heel veel informatie gehad. Ook mijn voorstel om de jonge duiven als experiment in 2 groepen te lossen bij inversie had veel duidelijkheid op kunnen leveren. In plaats van anderen iets kwalijk te nemen zou ik me zelf kwalijk kunnen nemen dat ik niet meer moeite gedaan heb om die commissie van de grond te krijgen. 

Ook in 2018 waren er weer dramatisch veel verliezen. Dat jaar zijn er in Afdeling 3 op de vijfde jongeduivenvlucht ( Laon) gemiddeld 45% minder duiven ingekorfd dan op de eerste vlucht. Het zou te kort door de bocht zijn om te concluderen dat 45% van de jonge duiven de eerste vier vluchten verloren zijn geraakt. Het is wel duidelijk dat er op de vijfde vlucht veel minder jonge duiven zijn ingekorfd omdat er de eerste vier vluchten heel veel jonge duiven verloren zijn gegaan. We hebben in het jaar dat ik mijn ingezonden brief schreef de eerste vluchten geen goedduivenweer gehad. We hebben ook in 2018 de eerste paar vluchten wederom geen goedduivenweer gehad. Op de natoer was er wel goedduivenweer. Ik ben pas op de natoer begonnen en had toen nauwelijks verliezen. Zelfs heel late jongen presteerden goed.  

 Ik vind dat je bij slechtduivenweer geen jonge duiven moet inkorven. Het lijkt erop dat de verantwoordelijken steeds meer die richting opgaan. Steeds meer vluchten worden vroegtijdig afgelast of verschoven. Dit geldt helaas alleen maar voor africhtingsvluchten. Niet voor de wedvluchten. Daar tellen kampioenschappen nog steeds zwaarder dan het welzijn van de duiven. 

Mijn stelling is: Je moet met name bij de eerste jongeduivenvluchten veel zorgvuldiger met de jonge duiven omgaan dan tot nu toe de gewoonte was. Je moet de jonge duiven aan het begin van hun wedvluchtcarrière alleen inkorven als er sprake is van redelijk tot goedduivenweer.Wat ik versta onder goedduivenweer en onder slechtduivenweer leg ik later uit. 

Wat hebben we in het verleden altijd gedaan? We hebben een programma gemaakt en vooraf bepaald op welke dag welke duivenvlucht georganiseerd zou worden. Als het enigszins kon werden de duiven gelost. Alleen onder erbarmelijke omstandigheden werd de lossing een dag uitgesteld of kwamen de duiven terug naar huis. Mijn voorstel is om aan het begin van het jongeduivenseizoen niet een van te voren vastgelegd programma te hanteren. Waar je lost en wanneer je lost laat je afhangen van de weersverwachting. Vanaf een nader te bepalen datum kun je met vluchten beginnen. Je organiseert een vlucht als er goedduivenweer verwacht wordt. Op donderdag 16 mei bijvoorbeeld beslis je aan de hand van de weersverwachting dat er op vrijdag 17 mei ingekorfd wordt voor een vlucht op zaterdag 18 mei. Als de weersomstandigheden daarna goed blijven kun je op maandag 20 mei beslissen dat er op dinsdag 21 mei weer ingekorfd wordt voor een vlucht op woensdag 22 mei. 

Als je half mei begint met het organiseren van (oefen)vluchten kun je op een flexibele manier een aantal vluchten organiseren, waarbij de weersomstandigheden bepalend zijn.  

 

 

Bepaalde mensen zien bij een voorstel dat een ander doet meteen beren op de weg. Deze mensen reageren met: “Dat kun je niet organiseren.” Of met: “Heb je wel in de gaten dat er mensen zijn die nog moeten werken?” Waarom zouden we niet zeggen: “Laten we samen gaan bekijken of het te organiseren is” en : “Hoe lossen we de problemen op die zich eventueel voordoen?” 

Mijn voorstel beperkt zich tot de jongeduivenvluchten. De problemen zullen dus ook beperkt zijn. Als het weer meewerkt kun je ook door de week jongeduivenvluchten organiseren.  

Ik ben heel veel feiten gaan verzamelen. De basis daarvoor zijn de uitslagen op internet van Compuclub. De belangrijkste reden om feiten te gaan verzamelen is dat feiten controleerbaar zijn. (Persoonlijke) Meningen zijn niet altijd gebaseerd op feiten. 

Ook mijn gevoel, dat ik zo ongeveer de enigste duivenliefhebber ben die gelooft dat inversie funest is voor jonge duiven, is een reden dat ik feiten ben gaan verzamelen. Ik ben tegen vroeg lossen als er sprake is van inversie. De meeste duivenliefhebbers waarmee ik in discussie ga, wuiven mijn bezwaren tegen vroeg lossen weg en vinden dat je niet vroeg genoeg kunt lossen. Tegenwoordig wordt er steeds meer rekening gehouden met de adviezen van de IWB ( het Instituut Wedvlucht Begeleiding ) Ik ben ervan overtuigd dat dat een stap in de goede richting is. Ik denk wel dat de verantwoordelijken, de concoursorganiserende instanties onder druk van de grote liefhebbers zich nog steeds laten verleiden de jonge duiven te vroeg te lossen. Ik heb duivenliefhebbers ontmoet die zo vroeg mogelijk willen lossen, maar niet eens weten wat inversie is.

Waarom zou je op de eerste vluchten met jonge duiven de duiven voor dag en dauw lossen als de kans bestaat dat ze onder invloed van inversie zich niet goed kunnen oriënteren?

 Als de inversie opgelost is (vaak rond 9 uur) hebben de duiven nog tijd genoeg om voor het heetst van de dag thuis te zijn. Let wel: Het gaat over korte vluchten. Het wordt een ramp als de duiven zich niet goed kunnen oriënteren en de verkeerde richting kiezen. Het duurt dan heel lang voor de prijzen er uit zijn. De duiven die niet in de prijzen vallen - 2/3e of 3/4 deel van alle duiven - moeten dan nog op het heetst van de dag ploeteren om thuis te komen en velen komen nooit meer thuis. Bij één vlucht heeft het in het seizoen 2017 in Afdeling 3, 10 uur geduurd voor de prijzen eruit waren. Bij enkele verenigingen heeft het nog langer geduurd. Wat is er met de duiven gebeurd die na 10 uur nog niet thuis waren?

Ik hecht aan feiten. Aan de hand van feiten kun je conclusies trekken. Je kunt wel het idee hebben dat er in 2018 heel veel jonge duiven verloren zijn gegaan.  Aan de hand van feiten kun je aantonen dat er in 2018 heel veel jonge duiven verloren zijn gegaan. Kun je aantonen hoeveel duiven er per samenspel per vlucht minder ingekorfd zijn. Kun je zien waar de meeste en de minste verliezen zijn. Kun je het resultaat van de oude duiven met de jonge duiven vergelijken. Kun je zien hoe lang een vlucht geduurd heeft. Kun je de relatie zien tussen lossingstijd en verloop van de vlucht.  

Al deze gegevens plus nog een aantal meer heb ik in kaart gebracht. Ik vind het belangrijk dat er niet zo maar wat geroepen wordt, maar dat er naar feiten gekeken wordt.  

De feiten staan in de volgende hoofdstukken. 

 

 

Google